Info Suriname
Landschappen van Suriname
Je hebt 3 grote gebieden : het bergland, het savanne gebied en de kustvlakte. Het bergland beslaat snel 80% van het land en is onderdeel van het hoogland van Guyana. De hoogste bergen zijn Julianatop ( 1286m ), Tafelberg ( 1080m), beide in het Wilhelmina gebergte. Door overdreven ongecontroleerde kap van het oerwoud werd ten noorden van het bergland een laag, golvend savannne landschap gecreëerd. De kustvlakte is een brede modderplaat van slib afkomstig van de Amazone, hetgeen de groei van mangroven en Parwabossen bevordert. Hierdoor zijn er niet echt stranden, enkel in de buurt van Galibi waar je ook Schildpadden kan treffen.
Fauna en flora
Een weelderige tropische planten groei zorgt voor ongeveer 5000 soorten planten. Veel voorkomende soorten vlinderbloemenfamilie, walstrofamilie, wolfsmelkfamilie, palmen en grassen, bromelia’s cactussen en prachtige orchideeën. De dierenwereld is typisch Zuid-Amerikaans te noemen met meer dan 140 soorten zoogdieren, waaronder 8 apensoorten ( brulapen, kapucijnerapen, doodkopsaapjes, witkopsaki…). 14 soorten roofdieren ( zoals de zeldzame jaguar, poeman reuze zoetwaterotters, alligators,…) Typische vogels ( ongeveer 715 ) zoals de rode ibis, de zwarte gier en vele soorten papagaaien.
Bevolking Suriname
Suriname heeft een oppervlakte van 163.820 km² ( 5,3 maal België ). Van de ruim 590.000 inwoners woont iets minder dan de helft in Paramaribo. Met 37.000 inwoners is Nieuw Nickerie de tweede grootste stad.
De bevolking bestaat uit groepen met verschillende herkomst, wat hoofdzakelijk is terug te voeren tot de plantagegeschiedenis van Suriname. De indianen of inheemsen, de oorspronkelijke bewoners, vormen nog slechts een paar procent. West-Afrikanen die als slaven naar Suriname werden gebracht vielen in twee hoofdgroepen uiteen: de slaven die hun vrijheid kregen na de afschaffing van de slavernij (1863) zijn de (stadsnegers) creolen (17,7 procent); marrons of bosnegers (14,7 procent) stammen af van slaven die de plantages ontvluchtten. Vanaf 1873 kwamen Hindoestanen het land binnen als contractarbeiders; zij vormen nu de grootste bevolkingsgroep (27,4 procent). Zo kwamen vanaf 1890 Javanen naar Suriname (nu 14,6 procent). Eerder waren al de eerste Chinezen ‘ingevoerd’ voor plantagearbeid. Die etnische groep groeit behoorlijk door de ‘nieuwe Chinezen’ (vooral arbeiders en ondernemers) die de laatste jaren het land binnenstromen. Ook het aantal Brazilianen groeit snel (voornamelijk door de goudwinning). Kleinere groepen zijn Joden, blanke Europeanen en Libanezen. Ruim 12 procent van de bevolking is moksi ( gemengd ) en van ruim 6 procent is de afkomst onduidelijk.
Taal in Suriname
Nederlands is de officiële taal in Suriname. Het wordt gebruikt bij de overheid, in het onderwijs en in de kranten, vaak op een wat plechtige manier. Je kunt er overal mee terecht alleen in het binnenland kun je mensen tegenkomen die nooit (goed) Nederlands hebben geleerd. De meeste Surinamers hebben dan ook een andere moedertaal: Sarnami of Hindi bij de Hindoestanen, Javaans Maleis bij de Javanen en Mandarijn, Hokka of Kantonees bij de Chinezen. Marrons spreken Saramaccaans, Aucaans of Matawai. De indianen spreken hun stamtaal zoals Karaïbs, Trio of Wayana.
Volkstaal in Suriname, het Sranan of Sranan Tongo was de taal van de slaven en ontwikkelde zich verder als de taal van de stadscreolen. Het is de verbindende taal geworden in deze smeltkroes van culturen; praktisch elke Surinamer spreekt (ook) Sranan. Het is een echte contacttaal met een eenvoudige grammatica en een beperkte woordenschat. Sranan wordt niet op scholen onderwezen.
Religie in Suriname
De religieuze diversiteit is indrukwekkend en dat is zacht uitgedrukt. Het christendom op kop met 45% gevolgd door Hindoeïsme met 27% , Islam een 20%. 6% volgt de zogenaamde Natuurreligies en bij de laatste telling gaven nog 181 mensen het “jodendom” aan als hun religie. En deze bonte mix leeft hier al eeuwen in vredig naast elkaar.
Voorouderverering in Suriname
Zowel gelovige als ongelovige Surinamers geloven echter vrijwel zonder uitzondering in voorouderverering en andere rituelen die van generatie op generatie zijn overgegaan. Dwars door de christelijke tradities heen houden ze hun eigen religieuze uitingsvormen in ere. Marrons hebben hun eigen religie, waarin de Gaan Gudu, de Grote God, een centrale rol vervult als schepper van alles wat er bestaat. Vaak maakt dit deel uit van de omvangrijke en complexe winticultuur, eeuwen geleden door slaven vanuit Afrika ‘meegenomen’ naar Suriname. Voorouderverering staat daarbij centraal, of het nu gaat om geluk af te dwingen, om zieken beter te maken of om doden zielenrust te geven. Ook inheemsen leggen hun leven en geluk liever in handen van hun voorouders, dan dat ze vertrouwen op een God. Veel inheemsen en marrons zijn inmiddels bekeerd tot het christendom, maar desondanks is het oordeel van de voorouders vaak belangrijker dan dat van God.
Feest in Suriname
Door de bonte mix zijn de feestdagen en festivals een echte afspiegeling van de samenleving van de verschillende culturen en diversiteit van Suriname. Alhoewel ze vaak slechts door een beperkte groep worden gevierd. Zijn alle overheidskantoren, banken en de meeste winkels gesloten. Dit geldt buiten de officiële feestdagen voor de christelijke ( Goede Vrijdag, Pasen en Kerstmis), het hindoe lentefeest Holi Paghwa en de Islamitische zoals Suikerfeest en het Offerfeest.Officiële feestdagen : De officiële feestdagen in Suriname zijn:Nieuwjaar (1 januari);Dag van de revolutie (25 februari), Dag van de Arbeid (1 mei); Keti Koti, Dag der Vrijheden, (1 juli) herinnert aan de afschaffing van de slavernij. Deze dag wordt vooral door creolen gevierd; Dag der inheemsen (9 augustus), Dag van de marrons (10 oktober), Srefidensi, Onafhankelijkheidsdag (25 november).
Oudejaar vieren in Paramaribo moet je minsten 1 maal in je leven hebben beleeft.
Cultuur in Suriname
Cultuur wordt hier nog echt met grote “ C “ geschreven. En beleefdheid wordt extreem op prijs gesteld. Men spreekt mensen aan met “u”, mijnheer en mevrouw. Ook bij het groeten is men hoffelijk en beleefd. Groet bij het binnenkomen van een ruimte iedereen. De gewoonte is een handdruk, maar bij goede vrienden is het steevast een “Brasa” ( omhelzing). Vaak vraag je bij de begroeting “hoe gaat het?” of “Fa Waka?” men verwacht geen groot antwoord. Surinamers zullen vaak antwoorden met “rustig” wat goed en oké betekent.
Nette kledij wordt zeer geapprecieerd. Zorg dat je fris en goed gekleed op bezoek gaat. Groet bij aankomst ook iedereen. ( overdressed kent men niet in Suriname ).
Mensen met een uniform zijn gewend dat hun gezagspositie wordt gerespecteerd. Surinamers bestempelen de Nederlandse jovialiteit en directheid wel eens als vrijpostig. Dit alles neemt niet weg dat je in Suriname snel en gemakkelijk een praatje kunt maken.
Te laat op een afspraak verschijnen is niet handig. Ook al duurt het daarna enige tijd voordat de bewuste activiteit begint, het geeft geen pas om over het lange wachten te klagen. Met de tropische temperaturen ligt het tempo nu eenmaal vrij laag. ‘No span’ zeggen de Surinamers dan, maak je niet druk.
Klagen over omstandigheden kan in Nederland voor assertief doorgaan, in Suriname doet men daar niet aan; berusten is het devies. Wie ‘s nachts in het centrum van Paramaribo geen oog dicht doet door muziek, luidruchtige gesprekken of blaffende honden – allemaal mogelijk – kan beter oordopjes in doen dan met veel tamtam bij de herriemakers verhaal gaan halen.
Fooien in Suriname
In de horeca en in de toeristenbranche zijn de salarissen van eenvoudige werknemers tamelijk laag. Bedienend personeel rekent, zeker bij toeristen, derhalve op een fooi van rond de vijf procent minimaal, tevreden 10%, zeer tevreden 15%.
Duurzaamheid in Suriname
Suriname is het 2de land dat Carbon negatief werd in 2021. Daar mogen ze best wel trots op zijn. De vele ecologische doelstellingen maken het één van de groenste duurzame landen van deze wereld.
