Het district Commewijne ligt aan de rechteroever van de Surinamerivier, direct ten oosten van Paramaribo. Het wordt begrensd door de Atlantische Oceaan in het noorden, de districten Paramaribo en Wanica in het westen, het district Para in het zuiden en het district Marowijne in het oosten. De hoofdplaats is Nieuw-Amsterdam. Met een landoppervlakte van 2353 km² is Commewijne ruwweg even groot als de provincie Antwerpen.

De economie van Commewijne is voornamelijk gebaseerd op landbouw, met historische plantages die teruggaan tot de Nederlandse kolonisatie in de zeventiende eeuw. Hoewel Plantage Mariënburg sterk vervallen is, trekken toeristen nog steeds naar de fabriek. Net als andere plantages in het district zijn ze gemakkelijk te bezoeken vanuit Paramaribo als dagexcursie. Suikerriet, citrusaanplantingen en cacao zijn nog steeds prominente gewassen. Visserij speelt ook een belangrijke rol, vooral langs de kust, op de Suriname en de Commewijne. Frediksdorp en Peperpot zijn twee duurzame accommodaties op oude plantages waar je Commewijne dieper kunt verkennen.

Commewijne is het op twee na dichtstbevolkte district van Suriname. Naast de Suriname-rivier wordt het gekenmerkt door de Commewijne-rivier. Iets ten oosten van Alliance mondt de Cottica-rivier uit in de Commewijne. Op deze plek stond Fort Sommelsdijk, gebouwd in 1685 en later verlaten. Langs de kust bestaan uitgestrekte natuurgebieden, waaronder Matapica en Braamspunt, waar schildpadden hun broedgebied hebben. Bij de samenvloeiing van de Suriname- en Commewijne-rivier vind je speelse dolfijnen, terwijl Fort Nieuw Amsterdam waakt over de monding.

Volgens de laatste Surinaamse volkstelling in 2012 telt Commewijne 31.420 inwoners. Het is het enige district waar Javanen de meerderheid vormen, met 14.829 mensen (47% van de totale bevolking). De op één na grootste groep zijn de Hindoestanen met 9.368 leden (30% van het totaal). Daarnaast wonen er creolen (1.711), marrons (978), inheemsen (423), Chinezen (257) en blanken (45). Er zijn ook 3.537 mensen van gemengde afkomst.”